DE DIJK (1)

DAGBOEK 15 mei 2017

De Dijk

Je hebt taal nodig om het land te begrijpen, woorden om haar te beschrijven. De Inuit hebben ongeveer twintig woorden voor sneeuw. De vissers van de Zuiderzee kenden twintig soorten grond onder de kiel van hun botters en jollen. En de Hollanders, vooral de boeren, hadden meer dan twintig woorden voor licht: Zichtlicht; als je de overkant van de Zuiderzee goed kon zien: helder weer. Druppellicht; licht dat door boomblaadjes op de bosbodem valt. Mistlicht, nevellicht, maanlicht, fluisterlicht (licht van de maan door hoge sluierbewolking. Als het overdag zou zijn dan noemden de Drenten dat ‘slangenlicht’). Schaduwlicht: het hardste zonlicht dat er bestaat. Witlicht; het heldere licht voor onweersbuien. Smeerlicht: als de hemel egaal grijs is en er veel (mot)regen valt. regenlicht; licht dat regen voorspelt. En sterrenlicht, zoals je tegen de zon in kijkt en je honderden zonnetjes ziet glinsteren in het water van de Zuiderzee. Ik knijp mijn ogen er bijna voor dicht. Sterrenlicht; Licht van legenden.

Vasalis schreef ooit:

De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos,
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

Je hebt taal nodig om het land te begrijpen, woorden om haar te beschrijven. En je hebt handen nodig om het te maken. Veel handen. Handen uit mouwen.

De huid van de dijk

De huid van de dijk

De huid van de dijk

De huid van de dijk

De huid van de dijk

Omdat ik met een crowdfundactie het geld bij elkaar had gekregen voor mijn boek ‘Heidense Hoogten’, iets wat me, door het ontoegankelijke karakter (grafheuvels in zwart-wit en niet eens scherp!), van te voren als bijna onmogelijke missie had geleken, trakteer ik mezelf op een wandeling. Een lange wandeling. Een wandeling over de Afsluitdijk. Dijk der Dijken. Symbool van het Nederlandse landschap. Symbool van de maakbaarheid van Nederland. Geen zorgen over links of rechts. Altijd uitzicht over water en iedere vijf minuten een ander grijsgekleurd of helder licht. Een ontspannen tripje. Ik heb de tijd. 

Ik wil een ode aan de dijk maken. Drieluiken maken van de dijk en het uitzicht. Ieder half uur foto’s van het uitzicht. Foto’s van de plek waar ik ben. Een foto van het IJsselmeer links, een foto van de Waddenzee rechts, en een foto van de dijk recht voor me. De kaarsrechte lijn van de grote zeeënkliever. De blik naar het westen. Mijn statief zou elke keer dezelfde hoogte hebben. Alleen het formaat van de negatieven zou verschillen en daarmee de camera’s die ik wil gebruiken. 35mm voor het IJsselmeer en de Waddenzee, 120mm rolfilm voor de dijk der dijken zelf. Op die manier ontstaat een drieluik zoals de middeleeuwse triptieken. Een ode aan De Dijk, en daarmee aan alle Nederlanders die hem gebouwd hebben. Een ode aan Nederland. 

Daarnaast wil ik een horizon van stappen maken. Een lijn van de huid van de dijk zelf. Een horizon van oppervlakken, van ondergronden waarover ik ga. Een aan elkaar geplakte reeks foto’s van mijn gang. Tweeëndertig kilometer, tweeëndertig foto’s

De huid van de dijk

De huid van de dijk

De huid van de dijk

De huid van de dijk

De huid van de dijk

Using Format