VEN 2 (2018-2020)
November 19, 2020(2018 - 2020) VEN-Cam 1.0
Met de analoge camera’s ging ik experimenteren. Alles in zwartwit want dat vond ik het mooist en kon ikzelf ontwikkelen. Ik had een tijdje genoeg van kleur en ook van scherpte. Dus maakte ik een boek over grafheuvels met waanzinnig vage foto’s, de scherpte voorbij, en goot de negatieven in giethars als objecten. En nog steeds kwam ik vaak bij de vennen. Dat is onvermijdelijk als je door Drenthe zwerft. Het idee van VEN bleef altijd wel ergens in mijn achterhoofd aanwezig. Soms flakkerde het op als een klein kampvuurtje, en soms doofde het uit als ik met iets anders bezig was.
Maar nog steeds wilde ik een serie maken over al die oude plasjes water met mysterieuze namen als: Hondelveen, Smitsveen, Moordenaarsveen of Siepelveen. Alleen die klanken al maakten mij nieuwsgierig. Zoals Zeijen, Norg en Peest waarschijnlijk prehistorische namen zijn, misschien wel uitgesproken door het meisje van Yde, vermoedde ik dat sommige veentjes ook een massa aan geschiedenis in zich droegen. Verborgen verhalen. En over het meisje van Yde gesproken: Zelfde vakantie op de Berenkuil. Tien jaar oud. Ik zag in het Drents Museum in Assen een tentoonstelling over het veen en de veenlijken. Ik zag het meisje van Yde liggen onder een vierkante glazen stolp. Haar lichaam bedekt met vuilbruine vodden. De weemoedige en wanhopige blik in haar ogen en de strop om haar hals lieten mij niet meer los. Jaren later, in de akkers bij Yde, wees de provinciaal archeoloog me de exacte plek aan waar ze was gevonden. Het ven, waar ze illegaal omhoog gebaggeld werd, was niets meer dan een flauwe laagte in recht aardappelland. Hier had het ven gelegen waar ze was geofferd. Ze was Illegaal opgedregd uit een turfgat in de 19e eeuw en ergens anders neergelegd om de sporen van het illegale turfscheppen te verdoezelen. Het waren dit soort verhalen die me raakten. Ze deden me veel. Nog steeds. Waarom weet ik niet. Dat is wat dit landschap met me doet. En er kwam een gewaagd idee naar boven borrelen. Alsof het uit de vennen zelf kwam.
Het plan was als volgt: Ik wilde mijn eigen camera maken. Een camera waarmee ik pinhole-foto’s op groot formaat kon maken. Pinhole omdat ik wilde dat de wind over het negatief kon blazen. Het met licht en lucht kon aaien. En de camera moest in z’n geheel bestaan uit materialen die iets met de Drentse vennen te maken hadden. Het liefst van kienhout. Daarnaast moet ik nog even vermelden dat ik nog nooit in mijn leven iets getimmerd had, (maar mijn opa was timmerman!).
Dus begon ik met het maken van een proefcamera. De VEN-Cam 1.0. Van triplex in elkaar gezet: een 90mm groothoekcamera voor 4x5 negatieven. De maten moesten kloppen om een enigszins scherp beeld op het negatief te kunnen projecteren. Het moeilijkste was om de achterkant te maken, daar waar de negatiefhouder precies in moest vallen. Geen greintje licht mocht erbij komen. Maar het lukte en het testen van de triplex-camera was een feest en mijn allereerste twee foto’s van het Achterste Ven bij Gasteren waren zeer bemoedigend. In mijn dagboek schreef ik:
En er is beeld!! Vanmorgen in alle vroegte naar de Gasterse Duinen gegaan met 1 filmcassette met daarin 2 negatieven. Ik kon dus in totaal twee foto’s maken. Van zwart duct-tape een sluiter gemaakt en de belichting op 2 seconden gemeten. De grote angst was of de camera, die ik dit weekend in elkaar geknutseld heb, wel helemaal lichtdicht was. Daar lijkt het nu toch wel wat op. Ik ga de negatieven vanavond scannen voor het eindresultaat!!!
Ik was in staat een werkende camera te maken. Nu vond ik mezelf klaar voor het echte werk.
VEN-Cam 2.0
Ergens in mijn achterhoofd cirkelde een verhaal van een duizenden jaar oud bos. Grove dennen en Wodanseiken. Woudreuzen uit het mistige verleden verdwenen onder het veen en een aantal jaren geleden gevonden bij het Stobbenveen in de buurt van Roderwolde. Wat ik wilde was een camera maken van dit duizenden jaren oude veen-hout. Een camera van kienhout en stobben. Want mijn project zou over vennen gaan.
Ik deed navraag in de buurt, belde bij vier huizen aan en werd uiteindelijk naar een kunstenaar verwezen. Fokko Rijkens had nog een paar oude knoesten liggen in zijn tuin en wilde ze me schenken. Twee grote stukken grove den van negenduizend jaar oud. Er vielen stukjes af. Het hout was broos als beschuit. Samen met een stuk van de prehistorische Valtherveenbrug, dat ik tijdens het fotograferen van Stugge Paden vond, bracht ik dit hout naar houtzager Kok in Eelde die er plankjes van probeerde te zagen. Het mislukte hopeloos en ik vreesde voor zijn vingers. Maar de meesterzanger had nog wel wat planken eikenhout liggen uit het ‘Grote Veen’ in Eelde. Het was een goed alternatief. Eikenhout uit het Grote Veen voor een project over vennen. Hij zaagde alles op maat en ik kon mijn camera in elkaar timmeren. Maar niet voordat ik de rest bij elkaar gesprokkeld had. De overige materialen waren:
- - Drents kienhout of veenstobben van 8000-10.000 jaar oud uit het veen bij Roderwolde voor de afwerking/versiering en het produceren van houtskool om de binnenkant matzwart te maken,
- - Water uit het Gagelveen (Anloo) voor het impregneren met houtlijm van de veenstobben. (Die anders zo uit elkaar zouden vallen),
- - Zelfgemaakt schuurpapier van papier met pijpestrootjes en heide en zand van het Balloërveld,
- - Weggeworpen blikje energydrink dat ik vond bij het Taarlose Ven voor de pinhole,
- - Donker schapenwol van de kudde van het Balloërveld voor de afdichting van de kieren.
Nou als je daar niet het Drentse landschap en de vennen mee kunt vangen! Zo timmerde en knutselde ik van het eikenhout een kistje in elkaar, met een gaatje aan de voorkant en een negatiefhouder aan de achterkant. Dat was alles. Ik noemde het een camera. Ik noemde het de ‘VEN-Cam 2.0’ en nadat ik een waterpas bovenop, en een statiefschroef onderop, had gemonteerd kon ik hem in de praktijk gaan testen.
Op 24 september 2018 ging ik naar het Taarlose veentje. Het ven waar ik het blikje energy-drink vond waarin ik de pinhole had geprikt (van precies 0,04 cm). Maar nu met de complete VEN-Cam om hem uit te testen en 2 foto’s te maken. Met mijn laarzen in het water nam ik een tankje en haalde ik een paar liter water uit het ven dat ik meenam naar huis. Roestbruin water waar ik de negatieven in ontwikkelde. Want dat was ook een onderdeel van het experiment. Als ik foto’s wilde maken van de Drentse vennen, dan wilde ik ze ontwikkelen in hun eigen water. Om zo nog meer van het landschap in het beeld te krijgen. En ook dat lukte wonderwel. Met stippen, streepjes, stofjes en dingetjes op het beeld die ik mooi liet zitten. De VEN-Cam 2.0 deed het en maakte beeld. Gemaakt uit het landschap van Drenthe, de wind die over het negatief waaide, de camera van Ven-materialen en de negatieven ontwikkeld in het water van de vennen. Zo kwam het landschap in mijn beeld geslopen. Dat was precies wat ik wilde! De vennen die parels van het landschap. Het is mijn weg, mijn wereld. VEN.